9 november 2024

Interviews

“Mensen vragen zich af hoe het kan dat een buitenlander een Noor Noors leert…”

Over Ons
Wij zijn Sara en Melis en we zijn in 2014 naar Bolstadøyri in Noorwegen verhuisd. We hebben inmiddels 2 kinderen, Bente van 5 en Jesper van bijna 3. Ik ben logopedist. Melis is fysiotherapeut, maar werkt nu als afdelingsleider bij een autobedrijf.

Het besluit
Het begon met een grapje uit frustratie.¨We kunnen altijd nog naar Zweden emigreren¨, zei ik. Een dag later zei Melis dat hij het eigenlijk geen slecht idee vond. Maar dan liever Noorwegen. Vanaf dat moment zijn we ons gaan verdiepen in het emigreren naar Noorwegen en we werden steeds enthousiaster. We zagen het niet zitten om nog 40 jaar door te werken op de manier die we toen deden. We houden allebei van wandelen, en wilden graag wat meer ruimte om ons heen.

Noorse les
Toen we eenmaal besloten hadden dat we echt naar Noorwegen wilden, hebben we contact opgenomen met Nina. Ook dat was best spannend. We leren allebei op totaal verschillende manieren. Melis is een beelddenker en afbeeldingen helpen hem dan ook om een taal te leren. Bij mij is het omgekeerd. Ik leer het best met veel tekst en heb een slecht visueel geheugen.

Vanaf les 1 heeft ze de naam Noors op Maat waargemaakt. We namen apart les. We kregen allebei onze eigen methode en ze heeft de lessen helemaal op ons aangepast. We keken allebei altijd heel erg uit naar de lessen. Ik ben dol op taal en ik werd al gelukkig van het feit dat ik een nieuwe taal kon leren. Daarnaast hadden we altijd heel veel om over te kletsen, wel in het Noors natuurlijk. De lessen waren leuk en uitdagend. Ik mocht zelfs een keer op bakles komen, in het Noors. Nu is bakken een van mijn hobby’s en de kinderen doen graag mee.

Uiteindelijk spraken we al een aardig woordje Noors. En dat heeft ons enorm geholpen tijdens de emigratie en integratie. Noren spreken net als Nederlanders graag Engels en we hebben ze vanaf het begin gevraagd Noors tegen ons te spreken. We merkten dat ze dat heel erg waardeerden.

Inmiddels wonen we al ruim 8 jaar in Noorwegen en 2 jaar geleden hebben we onze moeders ook zover gekregen om les te nemen bij Nina, en ook die kunnen inmiddels een aardig woordje Noors.

De oversteek en het leven in Noorwegen

We hebben een aantal Scandinaviëbeurzen bezocht waar we met Noren uit verschillende gemeenten hebben gesproken. De meeste gemeenten waren op zoek naar mensen met specifieke beroepen. Tussen al die gemeenten stond het ¨grendalag¨ van het dorpje Bolstadøyri. Zij waren op zoek naar nieuwe inwoners. We raakten aan de praat en het klikte heel goed. We hadden een aantal eisen en daar voldeed Bolstad aan. We wilden bijvoorbeeld niet te ver van een grote stad en een vliegveld wonen. We waren zo enthousiast over Bolstad, en we hebben na de beurs ook contact met ze gehouden.
In september 2013 zijn we voor het eerst in Bolstad geweest. We werden meegenomen op wandeltochten, uitgenodigd op avondjes bij mensen thuis en Melis mocht gelijk mee op jacht. Het was zo leuk en mensen deden ook echt hun best om het beste van Bolstad te laten zien. Toen wisten we eigenlijk wel dat we daar naartoe wilden. Maar, we hadden natuurlijk nog wel tijd nodig om alles te regelen. Daarnaast wilden we wel dat een van ons een baan had voordat we gingen en we hadden natuurlijk een huis nodig.

Een baan!
Begin 2014 kreeg ik een baan als reisgids en ongeveer tegelijkertijd kregen we te horen dat er een huurhuis vrijkwam in Bolstad. Toen zijn we nog een keer gaan kijken en een maand later zijn we verhuisd.

We hebben heel veel hulp gehad van mensen uit Bolstad. Zij hebben ons weer in contact gebracht met anderen om werk te vinden en om andere mensen te leren kennen. Onze toenmalige buren hebben ons volledig opgenomen en ondergedompeld in de Noorse cultuur. We hebben Noorse kerst bij ze gevierd, 17 mei en allerlei soorten Noors eten geproefd.

De eerste maanden heb ik als reisgids gewerkt. Dit was echt een fantastische manier om de omgeving rond Voss te leren kennen. Voordat ik mocht werken moest ik dan ook een uitgebreide cursus volgen over Noorwegen. Na 4 maanden kwam er een logopedievacature vrij in de gemeente. Eigenlijk had ik besloten om niet te solliciteren. Hoe kun je nu na 4 maanden in Noorwegen wonen zo´n beroep gaan uitoefenen? Onze buurvrouw kwam uiteindelijk nog eens met de vacature uit de krant aanzetten en vond toch echt dat ik even moest gaan praten. Uiteindelijk ben ik toch langs gegaan en heb ik toch gesolliciteerd. Ik was de enige logopedist die solliciteerde en heb dus de baan gekregen. Nu werk ik daar inmiddels 8 jaar.
In het begin was het soms best pittig. Vooral omdat ik ook naar andere gemeentes moest (Ulvik, Aurland, Ullensvang), waar ze dus ook weer andere dialecten spreken. Vooral de oudere generatie spreekt stevig dialect en dat was in het begin echt niet makkelijk, vooral het dialect dat ze in Aurland spreken vond ik soms echt lastig de eerste paar keer.

Mensen vragen zich af hoe het kan dat een buitenlander een Noor Noors leert, maar dat is niet hoe ik het zie.
Bij ons werken de pedagogen met taalstoornissen. Wij behandelen verder alles op het gebied van logopedie. Klanken worden soms iets anders uitgesproken, maar Noorse kinderen slissen ook, of spreken de R of K niet goed uit. Verder werken we natuurlijk ook met kinderen en volwassenen die stotteren, stemproblemen hebben en met volwassenen die spraak-, taal- of slikproblemen hebben na een beroerte of een andere neurologische aandoening. Bij die volwassenen gaat het dan niet om het aanleren van spraak of taal, maar het weer revalideren en ¨terugkrijgen¨ van iets dat ze ooit wel hebben gekund. En soms komt het ook prima uit om een woord niet te weten. Soms heb ik de neiging om mensen met woordvindproblemen iets te snel te helpen. Als je een woord zelf niet weet (ik ben bijvoorbeeld verschrikkelijk slecht in bloemen- en plantennamen. Niet alleen in het Noors), kun je het ook niet voorzeggen en moet een cliënt een manier vinden om er zelf op te komen.

Melis heeft ook een aantal verschillende banen gehad. Hij begon in de thuiszorg in het buurdorp. Hij is ook een hele periode leidinggevende geweest voor de rivier hier in het dorp. De Bolstadrivier (Bolstadrivier) is altijd een populaire rivier geweest om in te vissen. Elk visseizoen komen er mensen (individueel en groepen) vissen. En het is nog best een uitdaging om dat allemaal te coördineren. Uiteindelijk kon Melis aan de slag bij een autobedrijf in Voss, en hij heeft nu de verantwoordelijkheid voor de afdeling sneeuwscooters en ATV´s/quats.

Er worden wel eens grapjes over gemaakt dat wij, 2 Hollanders, de Noren leren hoe ze moeten praten en hoe ze een sneeuwscooter moeten rijden…

Vrije tijd
Naast het werken hebben we ook allebei onze hobby´s. Soms is het wel een uitdaging dat dingen wat verder weg zijn. In Nederland konden we over het algemeen fietsen. Nu moeten we voor een heel aantal dingen wel naar Voss. Dat is een half uur rijden, dus het valt op zich mee. Ik speel hoorn in het lokale symfonieorkest en bariton in de harmonie. Melis zit in het ¨jaktlag¨ in Bolstad en gaat elke herfst mee op jacht. We weten dat dit in Nederland heel controversieel is, maar in Noorwegen is het heel normaal. Er wordt van inwoners (grondbezitters) verwacht dat het hertenbestand onder controle wordt gehouden. Het is heel streng gereguleerd.

Bente en Jesper
De kinderen zijn in Noorwegen geboren en ze gaan hier naar de barnehage. Net voordat wij verhuisden, werd het kinderdagverblijf hier gesloten. Onze oudste moest daardoor eerst naar het kinderdagverblijf in het buurdorp. In 2020 kregen we hier weer een kinderdagverblijf. Ze zijn heel veel buiten. Heel vaak als het keihard regent en we komen halen, denken we dat ze vast wel binnen zullen zijn. Maar nee hoor, ze zitten gewoon in hun regenpakjes in de modder. Ze beginnen al vroeg met wandelen en de natuur staat vaak centraal. Ze gaan bijvoorbeeld op zoek naar ¨trollengezichten¨ in boomstammen etc. Het verbaast me soms hoe veel ze ervan leren.

Veel gestelde vragen:

Wat mis je in Nederland?
Familie en vrienden, kroketten (nemen mijn schoonouders gelukkig altijd mee als ze hierheen komen), aanpakmentaliteit, de Hema, soms dat alles dichtbij is, de gezellige steden

Wat vind je fijn in Noorwegen?
Alles gaat wat rustiger, minder stress, veel begrip dat het leven met kleine kinderen niet altijd even makkelijk is, veel natuur om ons heen, Kinderen zijn veel buiten, veel nadruk op leven in/met natuur, ruimte om me heen, de barnehage.

Zou je ooit teruggaan naar NL?
Zeg nooit nooit, maar waarschijnlijk niet.

Voed je de kinderen meertalig op?
Ja! Thuis spreken we heel consequent Nederlands. Ze gaan 5 dagen per week naar de barnehage. Dus meer dan genoeg Noors aanbod. Soms komt er wel een Noors woord tussendoor omdat we het Nederlandse woord ervoor even niet kunnen vinden. En soms is er gewoon geen goed Nederlands woord voor. Zoals ¨Dugnad¨. En het kinderdagverblijf noemen we ook altijd maar gewoon maar de ¨barnehage¨.

Tot zover onze ervaring in Noorwegen.
Vi sees!


“Hoe zeg je dat ook alweer in het Nederlands…?”

Het is 2004, Nina is net twee jaar aan het werk als lerares met haar nieuwe onderneming Noors op Maat.

Op weg naar een besluit
Ergens anders in het land overwegen Jeroen en Karin de stap naar Noorwegen te maken. In Nederland hebben ze een goed leven maar het avontuur lonkt. Mooi wonen, stilte, échte winters en overweldigende natuur óf het fijne maar toch ook drukke leven in Abcoude en Amsterdam? Na de eerste (motor)reis werden ze verliefd op het land. Maar goed, ze stellen zichzelf ook reële vragen: Idealiseren ze het niet? Wat gaat Jeroen doen naast zijn muziek? En Karin werkt als logopediste, hoe pak je dit op als je de taal nog niet volledig beheerst?  Wat als, wat als..? Ze organiseren thuis in de keuken een formele test: een stemming. Op tafel liggen allerlei leuke dingen die typisch Nederlands zijn, daarnaast foto’s van Noorwegen en in het midden een stembus. Je raadt de uitslag al. Ze zetten allebei de knop om, stoppen met dagdromen en gaan in de regel-modus. Verhuizen naar het buitenland is een intensief project.

Noorse taalles
Via een online zoektocht komen ze terecht bij Nina, toen nog werkzaam in Werkhoven. Uiteindelijk starten ze met de taalles in de herfst van 2005 en krijgen ze élke week les, gedurende een half jaar. Gecombineerd met een baan en flinke hoeveelheden huiswerk is het een pittige onderneming. Karin herinnert het zich nog goed. Niet even op gang komen of even wennen; Nina spreekt meteen Noors met hen en was ook best streng. Dat werkte als een stevige stok achter de deur. Vanaf het eerste moment hadden ze vertrouwen in haar. “Nina gebruikte én goed lesmateriaal én ze daagde je uit om gewoon met eigen woorden te vertellen in het Noors.”

De oversteek en opnieuw taalles
In 2006 verhuizen Jeroen en Karin naar Lena bij Gjøvik. Ze gaan goed voorbereid op pad en geven zichzelf een jaar om wonen in Noorwegen te ervaren en om werk te vinden. Hoe mooi ze de fjorden en bergen ook vinden, hun leven zien zij beter vorm krijgen in een gebied waar meer mensen wonen en waar meer werk is. Er volgt nóg een cursus Noors, wederom een klein half jaar, dit keer vanuit de Kommune en in een hele andere setting. Met meer leerlingen uit bovendien allerlei landen en een vastgestelde lesmethode. De lessen waren eenvoudiger dan de eerste les bij Nina. Al snel gaan ze  een groep omhoog en daar ontdekken ze ook mooie elementen, zoals  de muziek die de lerares draaide in Ny Norsk zodat je het leerde verstaan. Ze daagde hen ook uit, net als Nina, door bijvoorbeeld een recept te vertalen. De conclusie is echter wel “Bij Nina was de taalles écht meteen meer op maat en ze neemt je sneller mee op taalavontuur, buiten de boeken om.”

Of ze zich wel eens verloren hebben gevoeld met “beginners Noors”? “De eerste week was hilarisch”, vertelt Karin. Op het postkantoor kwamen ze in gesprek met iemand waar ze werkelijk niets van verstonden. Ze begonnen serieus te twijfelen aan hun kennis van de Noorse taal totdat ze erachter kwamen dat het een Deen was! Niks aan de hand. Jeroen herinnert zich ook een moment van twijfel. Hij ging aan de slag als klusser en zijn eerste klus was sloopwerk. “Ik meende goed verstaan te hebben wélke verdieping in het gebouw gesloopt moest worden, maar echt zeker wist ik het niet. Maar goed, blijkbaar is het prima afgelopen. Ik heb geen bezorgd telefoontje gehad”, vertelt hij grijnzend.

Ze wonen in een gebied met een zwaar dialect. “Gelukkig zijn de Noren gewend om dit ‘te dempen’ en passen zij zich aan. Noren zijn gewend dat er flexibel om wordt gegaan met hun taal en de vele dialecten. Wel hebben we altijd aangegeven om niet in het Engels met ons in gesprek te gaan.”

Hoe zeg je dat ook alweer in het Nederlands?
Tijdens het interview zoeken ze naar Nederlandse woorden. Op de vraag of ze een talenknobbel hebben komt een interessant antwoord. Jeroen was in Nederland professioneel muzikant en had vanuit die hoek gevoel voor taal en klank. “Muziek is ook taal”, vertelt hij. Karin was, en is nog steeds, logopediste en benadert taal meer vanuit grammatica, techniek en details. Het resultaat is dat Jeroen uitspraken en klemtonen beter onder de knie heeft en dat Karin belangrijke (email)berichten schrijft of controleert. Jeroen vertelt dat je het meest geïntegreerd raakt als je humor kunt toepassen. Woordspelingen en grappen. Het eerste jaar in Noorwegen hebben ze dat gemist. “Humor helpt om te integreren en opgenomen te worden in de gemeenschap, anders staan ze je alleen beleefd te woord”, vertelt Jeroen.

Tot slot, hoe ging het verder?
Eerder dan verwacht kreeg Karin werk aangeboden, bij een pedagogische dienst als ambulant begeleider voor kinderen met problemen. Ze woonden er net 6 weken! Karin vond dat ze nog niet voldoende Noors sprak. De onderwijsdienst was echter meer geïnteresseerd in haar kennis en ervaring. Toch laat ze dit aanbod gaan. Kort daarna kreeg ze een sms-je van de directrice van een basisschool met de vraag of ze als vervanger aan de slag wilde. Daar is ze begonnen als leerkracht, een baan op de groei. Karin wordt geconfronteerd met het spreken van Noors op een hele andere manier. “Want hoe vertel je in het Noors dat een glas in stukken is gevallen of dat je even de vloer gaat dweilen? Dingen waar je nooit echt over nadenkt? “ Ze werkte uiteindelijk met plezier op drie scholen, en ja, het lesgeven in het Noors ging in het begin gepaard met bloed, zweet en tranen. Inmiddels heeft ze haar eigen logopediepraktijk.

Jeroen geniet nog steeds van muziek maken, concerten geven en “jammen”. Niet meer in theaters en concertzalen zoals in Nederland maar met de mensen in zijn omgeving. Na een start als klusser, conciërge en gebouwbeheerder is hij terecht gekomen bij een bedrijf waar ze serres maken. Net als in Nederland zijn de Noren de afgelopen twee Corona-jaren flink gaan klussen aan hun woningen. De serres rolden de fabriek uit. Zijn grote hobby is schaatsen. Samen met een andere Nederlander heeft Jeroen schaatsen op natuurijs op de kaart gezet door elk jaar een ijsbaan te maken op de het Mjosa-meer. De Noren staan inmiddels ook op de noren!

Hun taalcarrière kende nóg een vervolg. Karin heeft, om erkend te worden als logopedist, de Bergenstest gedaan. En na een online cursus Maatschappijleer konden Karin en Jeroen zich aanmelden voor het Noorse staatsburgerschap dat zij onlangs hebben ontvangen.

Een kleine wereld
Jeroen en Karin gaan vooral op vakantie in eigen land. Afgelopen december, in het winterlandschap van Rondane in Noorwegen, lopen ze na ruim 15 jaar Nina tegen het lijf en zo belandt hun verhaal in deze nieuwsbrief. Hopelijk hebben Jeroen en Karin jou als lezer geïnspireerd dat een Noors avontuur start met een besluit in hart en hoofd én het leren van de Noorse taal.